Ik probeer het al jaren te vatten, het lukt me niet…
Hoe komt het dat de welzijnssector zacht wordt genoemd?
Er is niets zacht aan mishandeling, armoede, dakloosheid, depressie, psychisch lijden…
Als bevoorrechte getuige kan ik zeggen er is niets zachts aan.
Heeft het te maken dat alles meten is weten geworden is?
Acties dienen resultaat op te brengen, en liever vandaag dan morgen.
Heeft het te maken dat de welzijnssector geld kost en ogenschijnlijk weinig opbrengt?
In de economische sector heeft men het vaak over terugverdieneffecten.
In de welzijnssector wordt daar enkel in de marge over gesproken.
Heeft het te maken met een wij-zij denken?
Het ideaal beeld van wie we moeten zijn, waar steeds minder mensen aan voldoen. Het zijn de anderen die hulp nodig hebben, en… zou het toch niet hun eigen schuld zijn?
De welzijnssector wordt vaak als eerste geconfronteerd met onrecht.
Is jammer genoeg ook de vaak de eerste om het gezegde “horen, zien en zwijgen” toe te passen.
De minister beslist immers over erkenningen en subsidies, is rechter en partij ter gelijker tijd.
Uit vrees van verlies aan inkomsten ondergaat men fusies, toenemende reglementering en een vloedgolf aan bureaucratie.
Zoals oorlogen gebeuren in naam van God, zo worden nieuwe structuren en methodieken in de maag gesplitst, in naam van het belang van de cliënt.
Kritische stemmen worden bestempeld als een uiting voor vrees voor verandering, of tekenen van burn-out.
De signaalfunctie is van de maatschappelijker werker is als een flikkerend kaarslichtje, dat op uitdoven staat.
Misschien zorgen welzijnswerkers wel slecht voor zichzelf. Is er teveel valse bescheidenheid, en worden de vele positieve resultaten te weinig aan de grote klok gehangen.
Meer fierheid over het geleverde werk zou op zijn plaats zijn. Of hoe welzijnswerkers zelf sociaal vaardigheidstrainingen zouden moeten volgen in het leren opkomen voor zichzelf.
Toch maar moet een Patrick Janssens inhuren of een of andere spin doctor?
Niet altijd zeggen, het kan beter, maar kijk eens , elke dag gebeuren er kleine mirakels van echte ontmoetingen en wederopstanding.
Zeggen wat opbrengt voor de samenleving.
Hore wie horen wil… in de welzijnsector gaat het hard aan toe