Je gelooft je ogen niet, Café de Klok in de pelikaanstraat.
Eerst denk je, waar ben je nu beland. Maar vergis je niet, hier is iedereen welkom.
Van de door het leven getekende stamgast, tot de toevallige passant of de buur achter de hoek.
Zoals de oud gediende, die zijn bandje van de opname in het ziekenhuis is vergeten af te doen. Gezeten naast Indische zakenlui, gsm bij de hand.
Het kan allemaal.
Het café is de eenvoud zelfde, het interieur is al tientallen jaren het zelfde, zo volks als het maar zijn.
Met van generatie op generatie een cafébazin pur sang, een straathoekwerkster avant la lettre.
Met zicht op het centraal station, neem ik plaats op het uitgemeten terras.
Je gelooft je ogen niet, het is alsof het autosalon even op verplaatsing speelt.
Op een uurtje zag ik welgeteld: éen Rolls-royce, éen Lamborghini ,
twee Ferrari ‘s, vijf Porche’s, een tiental auto’s van het merk Mercedes.
Bij de Audi’s en de terreinwagens ben ik de tel kwijt geraakt.
Zelden was het contrast zo groot.
De geburen naast mij voerden een gekend en erg geanimeerd gesprek over de tekorten in de sociale zekerheid.
“Er is geen geld meneer”, geen oog hebbend voor de Alfa Romeo achter hem, die geloof het of geloof het niet, links afsloeg.