Uitschrijver

Hij zit in het donker op zijn kamer, aanwezig en toch ver weg.

Nee, ik schrijf geen poëzie. Ik ben een uitschrijver, mijn teksten zijn mijn gedachten die uit mijn hoofd rollen.

Zo goed als blind kan hij zijn teksten niet nalezen of herwerken.

Vandaag heeft hij twee gedichten geschreven, hoe zou je het anders noemen.

Eéntje heeft zelfs 24 regels, hij kan er zelf niet van over.

Ik lees hem het doodsprentje van zijn vier weken geleden overleden vrouw nog eens voor :

Onze voorlaatste groet…

Als Hij haar rust schenkt, is het goed.

Een controle is niet nodig.

Het is onmiskenbaar waar.

Zijn goedheid is ons zonneklaar.

We hoeven ons alleen kalm te houden.

Van zonden weet Hij genoeg.

Hij houdt zijn liefde voor de boeg.

Die wetenschap is ons genoeg.

Zijn ogen lichten op, hij was vergeten hoe mooi hij het zelf geschreven had.

Het kleine kamertje in het woonzorgcentrum krijgt iets van het oneindige universum.

Het aardse roept.

Het eten staat klaar.

De laatste groet,

Here geef het. Wacht nog even.

Er zijn nog teveel gedachten die uitgeschreven dienen te worden.

Hij geeft ons ten uitgeleide zomaar een cadeau.

Een woord.

Uitschrijver.


Blokken

Een spiegel van de maatschappij.

Zo kan men kijken naar het spelprogramma Blokken.

Na meer dan 3000 afleveringen kunnen we gerust van een, wat men noemt, een representatieve staal van de bevolking spreken.

Eén ding valt me al jaren op.

Als er een vraag over de politiek wordt gesteld dan blijven de deelnemers steeds vaker het antwoord schuldig.

Nochtans vaak weggevers :

Wie is onze premier?

Was Guy Verhofstadt een liberaal of een socialist?

Van welke partij was Wilfried Martens lid?

Wie was Wilfried ook al weer?

Een blik, van ongeloof, van wat vraagt men nu?

Kijken in de spiegel is het begin van ontwikkelen van identiteit, zo zegt men.

De kiezer heeft altijd gelijk, zo klinkt het na elke verkiezing.

Geen wonder dat de geschiedenis zich herhaalt.

Het volgen van de grote leider, geeft een gemeenschappelijke identiteit.

Als er verandering wordt beloofd is het al voldoende.

Welke verandering?

Spiegeltje, spiegeltje, wie is het mooiste van het land?

Politiek,

Het begint met kijken in de spiegel.


Tegenstroom

Mensen die tegen stroom ingaan, lijken tot de bedreigde diersoorten te behoren.

Als het even kan, verbannen tot het rijk der fabelen.

Of in een mythe, zoals de witte olifant die bestaat, als je er echt in gelooft.

Als individu is het natuurlijk moeilijk om verandering te verwezenlijken.

Een Gandhi, een Jezus, een Mandela witte raven zijn het, maar zij hebben bestaan.

Medestrijders van het eerste uur twijfelen nu openlijk aan de zin om samen actie te voeren. Het heeft toch geen effect, wat je ook doet.

Defaitisme, het lijkt de nieuwe grondtoon. De grote leider heeft immers gesproken, er is geen alternatief, en wie zijn wij om hem tegen te spreken…

En toch.

Amnesty blijft brieven schrijven ter ondersteuning van mensen die vervolgd worden omwille van het vrije woord.

Vrijwilligers blijven bij teleonthaal blijven elke dag de telefoon opnemen, 24 uur op 24 uur.

Gemeenschappelijke tuintjes, geefwinkels, zij rijzen als paddenstoelen uit de grond.

Mensen blijven zich met duizenden verzetten tegen zinloos geweld.

Kerstmis blijft men vieren als symbool van licht in de duisternis. Als teken van vrede.

Bedreigde diersoorten moeten we koesteren.

Desnoods tegen de stroom in.


Ten Oorlog

De geschiedenis lijkt zich te herhalen.

Vroeger gingen de oostfronters ten strijde tegen het communisme en voor een nieuw Duits Europa. Velen deelden hun gedachtengoed, dus dat zat goed, dacht men. Soms opgezweept vanop het preekgestoelte, vanuit de frustratie van niet waargemaakte dromen.

Het nieuwe ideaal gaf zuurstof aan hun dadendrang, gedrevenheid en passie. Het ging niet meer over.

De eed van trouw werd een levenslang verbond. Het al oude verhaal van bloedbroeders, Winnetou en Old Schatterhand kwamen weer tot leven.

Vandaag nemen jonge “Syrië strijders” het geweer op ten strijde voor hun ideaal de islamitische staat. Soms opgezweept door enkele radicale Imans. Vanuit gemiste kansen, eenzelfde dadendrang voor het nobele doel.

Idealen dienen we te koesteren.

Het loopt fout als oorlog als middel wordt gerechtvaardigd om andersdenkenden een bepaald maatschappijbeeld op te dringen.

Het loopt fout als een eed van trouw een excuus wordt om dood en vernieling te blijven zaaien. Alsof een dolgedraaide machine niet mag en moet gestopt worden.

Het loopt fout als oorlog niet als een vorm van agressie wordt gezien, die enkel als ultieme vorm van zelfverdediging kan aangewend worden.

Bij mijn weten waren er in België geen doodseskaders actief.

Er was ook geen levensbedreigende dictatuur aan de macht.

Ken uw geschiedenis, ten oorlog gaan brengt geen vrede.

Zelfs niet na al die jaren.


Er was eens een hersenbloeding

Als een steeds terugkerend refrein speelde deze gedachte door zijn hoofd.

Hij ging de gastenkamer binnen. Het voelde aan als thuiskomen. Hier zou hij rust vinden. De kamer leek op deze van vorig jaar en op die van het jaar voordien. Een metalen bed, een nachtkastje, een kleerkast, een bureau met stoel. Sober en functioneel zoals St. Benedictus het gewild zou hebben.

Hij had ernaar uitgekeken. Als psychiater kwamen er dagelijks een tiental klanten bij hem thuis over de vloer op zoek naar zielenrust. Trop is teveel. Hij had zijn portie menselijk leed voor dit jaar wel gehad. Tijd voor zichzelf, loslaten en ascese.

Ascese: ‘het zich onthouden van genoegens’. Een woord dat de laatste tijd in onbruik was geraakt. Klonk als een echo uit de middeleeuwen.’ Niets is minder waar’, dacht hij, terwijl hij zijn reistas op het bed liet neerploffen.

Vakantie was voor hem drie weken in afzondering gaan. Geen enkel contact, zelfs niet, met de broeders van het huis. Hoe mooi de psalmen hier in Zundert ook klinken, hem zullen ze niet horen of zien. Niet op de avondsluiting, niet in de leeszaal, zelfs niet in de refter. Nergens.

Velen hadden hun wenkbrauwen gefronst, is dit vakantie…? Het raakt zijn koude kleren niet. Wat moest gebeuren moest gebeuren. Ook dit jaar zou hij weer in gevecht gaan met zijn oude demonen. Ook dit jaar is het weer bang afwachten. Zou het wel helend zijn?

Er zit niets anders op. Sommige verhalen dienen nu eenmaal verteld te worden. Er is er één, ja dat éne verhaal. Het begin dat wist hij. De rest zou volgen, dat stond als een paal boven water.

Maar vooral, zijn drie weken voldoende om het te vertellen?